payment type ideal payment type giropay payment type paypal payment type boekenbon

's Ochtends voor 12 uur besteld, dezelfde dag nog verzonden.

PSALM 38

Psalm 38


Informatie en bladmuziek over Psalm 38

Tekst en zang 1773 en Datheen

Product vergelijk (0)


Orgelbewerkingen van Psalmen 1 - Folgert Zwaving

Orgelbewerkingen van Psalmen 1 - Folgert Zwaving

Zwaving, Folgert

Orgelbewerkingen van Psalmen 1 van Folgert ZwavingInhoud: Psalm 21Psalm 38 Psalm 61Psalm 74/119Psal..

€ 20,99

15 voorspelen bij bekende Psalmen - Harke Iedema

15 voorspelen bij bekende Psalmen - Harke Iedema

Iedema, Harke

15 voorspelen bij bekende Psalmen van Harke Iedema1. Psalm 62. Psalm 213. Psalm 384. Psalm 435. Psal..

€ 10,95

9 Psalmen - Dick Sanderman

9 Psalmen - Dick Sanderman

Sanderman, Dick

9 Psalmen van Dick Sanderman Inhoud:Psalm 1Psalm 35Psalm 38Psalm 81Psalm 107Psalm 116Psalm 137Psalm..

€ 11,95

Houdt dan de lofzang gaande 1 - Diverse componisten

Houdt dan de lofzang gaande 1 - Diverse componisten

Bakker, Renco, Berg, Margriet van den, ...

Houdt dan de lofzang gaande 1 van diverse componisten Inhoud: Psalm 1 (Arjan Koning)Psalm 2 (Ger..

€ 13,95

Koraalimprovisaties - Gerben Mourik

Koraalimprovisaties - Gerben Mourik

Mourik, Gerben

Koraalimprovisaties van Gerben MourikInhoud:Prélude Psalm 38Trio en Fuga Psalm 56Poème Psalm 80 ..

€ 11,95

Largo - Jan Peter Teeuw

Largo - Jan Peter Teeuw

Teeuw, Jan Peter

Largo van Jan Peter Teeuw Inhoud: Psalm 6, 9, 17, 19, 24, 25, 37, 38, 40, 47, 53, 62, 65, 72, 79,..

€ 10,95

Onder kerktijd 1 - Jan Bouman

Onder kerktijd 1 - Jan Bouman

Bouman, Jan

Onder kerktijd 1 van Jan Bouman Inhoud: Psalm 2Psalm 17Psalm 18Psalm 21Psalm 22Psalm 32Psalm 38Ps..

€ 14,50

Orgelwerken - Gerrit Wielenga

Orgelwerken - Gerrit Wielenga

Statie, Erik (1866-1925), Wielenga, Gerrit

Orgelwerken van Gerrit Wielenga Psalmbewerkingen geïnspireerd door Pianowerken van Erik SatiePsalm ..

€ 10,00

oude meesters voor orgel deel 3 - S. Schuitema

oude meesters voor orgel deel 3 - S. Schuitema

oude meesters voor orgel deel 3 - S. Schuitemainhoud:Adagio           ..

€ 11,95

Psalmbewerkingen voor orgel deel 01 Peter de Wilde

Psalmbewerkingen voor orgel deel 01 Peter de Wilde

Wilde, Peter de

Psalmbewerkingen voor orgel deel 1 van Peter de WildeInhoud:Melodieomspeling Psalm 27Inleiding, tri..

€ 10,95

Psalmen 2 - Chris Haalboom

Psalmen 2 - Chris Haalboom

Haalboom, Chr.

Psalmen 2 van Chris Haalboom25 Psalmen voor elektronisch orgel en kerkorgelInhoud:Psalm 26-50..

€ 8,95

Psalmen 8 - Dick Sanderman

Psalmen 8 - Dick Sanderman

Sanderman, Dick

Psalmen 8 van Dick Sanderman 11 psalmenInhoud:Psalm 8Psalm 18Psalm 28Psalm 38Psalm 48Psalm 58Psalm ..

€ 11,95

Weergeven 1 t/m 12 van in totaal 37

Psalm 38

1 Een psalm van David, om te doen gedenken. O HEERE! straf mij niet in Uw groten toorn, en kastijd mij niet in Uw grimmigheid.

2 Want Uw pijlen zijn in mij gedaald, en Uw hand is op mij nedergedaald.

3 Er is niets geheels in mijn vlees, vanwege Uw gramschap; er is geen vrede in mijn beenderen, vanwege mijn zonde.

4 Want mijn ongerechtigheden gaan over mijn hoofd; als een zware last zijn zij mij te zwaar geworden.

5 Mijn etterbuilen stinken, zij zijn vervuild, vanwege mijn dwaasheid.

6 Ik ben krom geworden, ik ben uitermate zeer nedergebogen; ik ga den gansen dag in het zwart.

7 Want mijn darmen zijn vol van een verachtelijke [plage], en er is niets geheels in mijn vlees.

8 Ik ben verzwakt, en uitermate zeer verbrijzeld; ik brul van het geruis mijns harten.

9 HEERE! voor U is al mijn begeerte; en mijn zuchten is voor U niet verborgen.

10 Mijn hart keert om en om, mijn kracht heeft mij verlaten; en het licht mijner ogen, ook zij zelven zijn niet bij mij.

11 Mijn liefhebbers en mijn vrienden staan van tegenover mijn plage, en mijn nabestaanden staan van verre.

12 En die mijn ziel zoeken, leggen [mij] strikken; en die mijn kwaad zoeken, spreken verdervingen, en zij overdenken den gansen dag listen.

13 Ik daarentegen ben als een dove, ik hoor niet, en als een stomme, die zijn mond niet opendoet.

14 Ja, ik ben als een man, die niet hoort, en in wiens mond geen tegenredenen zijn.

15 Want op U, HEERE! hoop ik; Gij zult verhoren, HEERE, mijn God!

16 Want ik zeide: Dat zij zich toch over mij niet verblijden! Wanneer mijn voet zou wankelen, zo zouden zij zich tegen mij groot maken.

17 Want ik ben tot hinken gereed, en mijn smart is steeds voor mij.

18 Want ik maak [U] mijn ongerechtigheid bekend, ik ben bekommerd vanwege mijn zonde.

19 Maar mijn vijanden zijn levende, worden machtig; en die mij om valse oorzaken haten, worden groot.

20 En die kwaad voor goed vergelden, staan mij tegen, omdat ik het goede najaag.

21 Verlaat mij niet, o HEERE, mijn God! wees niet verre van mij.

22 Haast U tot mijn hulp, HEERE, mijn Heil!

Psalm 38

Vers 1
Groot en eeuwig Opperwezen,
Zeer te vrezen,
Straf mij in Uw gramschap niet;
Toon mij toch, dat Uw kastijden,
In mijn lijden,
Uit geen grimmigheid geschiedt.

Vers 2
Want Uw pijlen doen mij dragen
Bitt're plagen;
Zij doorgrieven vlees en been;
'k Voel Uw hand in d' ongelukken,
Die mij drukken,
Neergedaald op al mijn leên.

Vers 3
Door Uw gramschap, fel ontstoken,
Is verbroken
Al mijn vlees en lichaamskracht;
Rust, noch vrede wordt gevonden,
Om mijn zonden,
In mijn beend'ren, dag of nacht.

Vers 4
Want mijn hoofd is als bedolven
In de golven
Van mijn ongerechtigheên;
Zulk een last van zond' en plagen,
Niet te dragen,
Drukt mijn schouders naar beneên.

Vers 5
'k Voel door stinkend' etterzweren
Mij verteren;
Walg'lijk zijn zij voor het oog;
Mijne dwaasheid deed die builen
Dus vervuilen,
Daar ze mij tot kwaad bewoog.

Vers 6
'k Ben, door Uwe wet te schenden,
Krom van lenden,
Vol van druk, benauwd van hart;
Zeer gebogen en verslagen,
Moe van klagen,
Ga ik al den dag in 't zwart.

Vers 7
Mijn ontstoken ingewanden
Doen mij branden,
En voor elk veracht'lijk zijn;
'k Voel mij van de smart doorsneden;
In mijn leden
Is niets heel, of vrij van pijn.

Vers 8
Uitgeteerd door al mijn klachten
Zijn mijn krachten,
Zeer verbrijzeld en vergaan;
'k Brul van bitt're zielesmarte,
Want mijn harte
Is verzwakt, door al Uw slaan.

Vers 9
Maar wat klaag ik, HEER der heren?
Mijn begeren
Is voor U, in al mijn leed,
Met mijn zuchten en mijn zorgen,
Niet verborgen;
Daar Gij alles ziet en weet.

Vers 10
't Hart schokt in mij heen en weder,
Op en neder;
't Lichaam valt mij kracht'loos neer;
d' Ogen, bijna blind gekreten,
Uitgebeten,
Zien het daglicht nauw'lijks meer.

Vers 11
Die voorheen mij teêr beminden,
En mijn vrinden,
Wijken, angstig voor mijn plaag;
Nabestaanden gaan ter zijden,
Wegens 't lijden,
En d' ellenden, die ik draag.

Vers 12
Zij, die mijnen dood bejagen,
Leggen lagen,
Dreigen mij den laatsten slag;
Spreken, hoe mij 't best te krenken;
En bedenken
Mijn verderf, den gansen dag.

Vers 13
Maar ik ben, in d' ongelukken,
Die mij drukken,
Als een dove, die niet hoort,
En uit wiens verstomde lippen
Niet kan glippen
't Flauwst geluid van enig woord.

Vers 14
Ja, ik ben als een, wiens oren
Niet meer horen,
Wat men zegge, kwaad of goed;
Wien de tegenreên ontbreken,
Om te spreken,
En die daarom zwijgen moet.

Vers 15
Want, o trouw en eeuwig Wezen,
In mijn vrezen
Staat mijn hoop op U alleen;
Gij, mijn God, zult in ellenden
Bijstand zenden,
En verhoren mijn gebeên.

Vers 16
'k Zei: "Laat nooit mijn bitter lijden
Hen verblijden
In hun trotsen euvelmoed;
Wijl die bozen juichen zouden,
Als z' aanschouwden
't Wank'len van mijn zwakken voet."

Vers 17
Want, o HEER, ik ben aan't zinken
En tot hinken
Ieder ogenblik gereed;
'k Heb mijn smart en onvermogen
Steeds voor ogen,
Bij 't vooruitzicht van mijn leed.

Vers 18
'k Wil mijn misdaân, die U tergen,
Niet verbergen;
Ik bedek voor U die niet;
'k Ben vanwege al mijn zonden,
Die mij wonden,
Vol van kommer en verdriet.

Vers 19
Maar mijn vijand zie ik leven,
Hoog verheven,
Machtig, vrij van smart en nood;
Die, om valse reên verbolgen,
Mij vervolgen,
Nemen toe en worden groot.

Vers 20
Zij, die kwaad voor goed vergelden,
Last'ren, schelden,
En vervolgen mij gestaâg.
Ja, zij zijn op mij gebeten,
Want zij weten,
Dat ik naar het goede jaag.

Vers 21
Zie mij, HEER, wien elk moet duchten,
Tot U vluchten.
O mijn God, verlaat mij niet;
Blijf niet, wegens mijn gebreken,
Ver geweken;
Toon, dat Gij mijn rampen ziet.

Vers 22
HEER, ik voel mijn krachten wijken
En bezwijken;
Haast U tot mijn hulp, en red,
Red mij, Schutsheer, God der goden,
Troost in noden,
Grote Hoorder van't gebed.

Psalm 38

Vers 1
Wil in Uwen toorn gestadig,
Heer genadig,
Mij toch straffen niet zo zeer;
De hitt' Uwes toorns wil keren
Van mij, Heere,
Die nu gaar zwak ben en teer.

Vers 2
Want Uw pijlen hard gedreven,
In mij kleven,
Zeer stijf en diepe voorwaar;
Gij wilt, dat ik ook zal lijden,
Dat kastijden
Uwer hand, die mij drukt zwaar.

Vers 3
Mijn lijf is vol ongezonden
Nu bevonden,
Door Uwen toorne zeer groot;
Geen rust en hebben mijn benen
Al met enen,
Vanwege mijn zonden bloot.

Vers 4
Want de straffe mijner zonden,
Niet om gronden.
Zeer zwaar over mijn hoofd gaat;
Als een last zeer zwaar om dragen,
T' allen dagen
Wordt zij meerder met de daad.

Vers 5
Mijn wonden mij zeer vermoeien.
Die daar vloeien
Vol van etter, stank en bloed;
Door mijn dwaasheid, niet om sommen,
Is mij kommen
Dit verderf en tegenspoed.

Vers 6
Mijn lijden mij zo hard drukket,
Dat gebukket
Ik nu ben, ja ook gans krom;
Ik moet treurig en verslagen
In mijn klagen
Den gehele dag gaan om.

Vers 7
Want verdorret t' allen steden
Zijn mijn leden,
Door 't kruis dat mij 't hart doorsnijdt;
In mij is niet gezonds bleven;
Want mijn leven
Is vol lijdens t' aller tijd.

Vers 8
Ik, die wakker placht te wezen,
Ben mits dezen
Gaar gebroken, mat en krank;
Zodat ik, door 't kruis mijn harten,
Vol van smarten,
Schreie ganse dagen lank.

Vers 9
Mijn begeerten, Heere krachtig
En almachtig,
Zijn voor U gans openbaar;
Al mijn zuchten en gedachten
En mijn klachten,
Zijn voor U bloot ende klaar.

Vers 10
Mijn harte beeft met versagen;
Zeer verslagen
Zijn mijn krachten in 't gemein;
En mij is (dies ik moet schromen)
Gans ontnomen
't Gezicht mijner ogen rein.

Vers 11
Mijn vrienden die gaan ter zijden,
En mijn lijden
Zien zij onbarmhartig aan;
Ende die mij zijn de naaste
Met der haaste,
Wijd van mij treden en gaan.

Vers 12
Zij, die mijn ziel netten stellen
En mij kwellen
Met hen, die mij gunnen kwaad,
Denken om mij te beschamen
En al t' zamen
Houden tegen mij den raad.

Vers 13
En ik, als die niet kan horen,
Sta daar voren,
Daar ze tegen mij raadslaan;
Ik ben gaar stom tot deez' stonde,
Uit den monde
En laat ik geen woord ontgaan.

Vers 14
Ik ben geworden als ene,
Die gans gene
Sprake noch geen gehoor heeft;
Als een die, zijnde versteken,
Niet kan spreken
En geen verantwoording geeft.

Vers 15
Maar ik wil, Heer, op U bouwen
Mijn vertrouwen,
En wachten Uwen bijstand;
Gij zult ook, mijn God verkoren,
Mij verhoren,
En mij bieden Uwe hand.

Vers 16
Ik bid U, laat niet verblijden
In mijn lijden
Hen, die mij haten zeer wreed;
Want, als mijne voeten glijden
Wat bezijden
Zij verheugen in mijn leed.

Vers 17
Wil helpen, o Heere krachtig
Mij, die klachtig
Ben en tot lijden gemaakt;
Gestadiglijk is mijn harte
Vol van smarte,
Daarmee Gij mij hebt geraakt.

Vers 18
Met schaamte ik mij zeer kwelle
En vertelle
Mijne zeer grote misdaad;
Ik en doe niet dan beklagen
All' mijn dagen
All' mijn zware zonden kwaad.

Vers 19
Mijn vijanden zijn bij dezen
Hoog geprezen,
En leven in eer en pracht;
Die mij haten en aanvechten,
Gans t' onrechten,
Wassen in getal en kracht.

Vers 20
Zij al tegen mij hen stelden,
En vergelden
Met kwaad doen alle mijn deugd;
Daarom is 't, dat ze mij smaden
En beladen
Omdat ik recht doe met vreugd.

Vers 21
Wil mij, Heer! in zulker maten
Niet verlaten
Die van ieg'lijk ben veracht;
Dat van mij Uw goedheid rijke
Niet en wijke,
Want mijn hart, Heer, U verwacht.

Vers 22
Kom, Heer! wil U bij mij maken
In mijn zaken,
Tot mijn hulp U goed'lijk wendt.
Haast U tot mijnen bijstande,
Goederhande,

Do NOT follow this link or you will be banned from the site!