PSALM 129
Psalm 129
Informatie en bladmuziek over Psalm 129
Koraalvoorspelen 1 - Johan van Dommele
Dommele, Johan vanKoraalvoorspelen van Johan van DommeleInhoud: Psalm 2, 6, 12, 15, 27, 35, 46, 52, 57, 67 (3..
€ 13,95
Praeludium - Kees Nijsse
Praeludium van Kees NijssePsalmbewerkingen voor orelInhoud:Psalm 26Psalm 129..
€ 12,95
Psalmen 4 - Thijs Booij
Psalmen 4 van Thijs BooijPsalm 111-150 Bevat ook de tekst van Psalmen in Nederlandse vertaling I..
€ 39,99
Psalmen voor Nu - Beker met een barst muziekboek
Psalmen voor Nu - Beker met een barst muziekboekIn dit boek zijn opgenomen tekst en melodie van psal..
€ 15,00
Voorspelen over alle Psalmmelodieën 5a - Willem van Twillert
Twillert, Willem vanVoorspelen over alle Psalmmelodieën 5a van Willem van TwillertPsalm 121-135..
€ 10,90
Psalmen 126–150 - Gerrit Jan van de Werfhorst
Werfhorst, Gerrit Jan van dePsalmen 126–150 van Gerrit Jan van de WerfhorstInhoud:Psalmen 126-150 ..
€ 16,95
Psalmen 6 - Chris Haalboom
Haalboom, Chr.Psalmen 6 van Chris Haalboom25 Psalmen voor elektronisch orgel en kerkorgelInhoud:Psalm 126-150..
€ 9,95
150 psalmen deel 9 - Nico de Mes
Mes, Nico de150 psalmen deel 9 van Nico de MesInhoud:Psalmen 121-135 ..
€ 14,45
Contrapuntische Psalmkoralen 09 - Wim van der Steen
Steen, Wim van derContrapuntische Psalmkoralen 09 van Wim van der SteenInhoud:Psalmen 121 t/m 135..
€ 11,95
Psalm 121-130 - Jan Slagt
Slagt, JanPsalm 121-130 van Jan SlagtEenvoudige voorspelen, zettingen en bewerkingen van de 150 Psalmen voor ..
€ 21,99
Psalm 129
1 Een lied Hammaaloth. Zij hebben mij dikwijls benauwd van mijn jeugd af, zegge nu Israel;
2 Zij hebben mij dikwijls van mijn jeugd af benauwd; evenwel hebben zij mij niet overmocht.
3 Ploegers hebben op mijn rug geploegd; zij hebben hun voren lang getogen.
4 De HEERE, Die rechtvaardig is, heeft de touwen der goddelozen afgehouwen.
5 Laat hen beschaamd en achterwaarts gedreven worden, allen, die Sion haten.
6 Laat hen worden als gras op de daken, hetwelk verdort, eer men het uittrekt;
7 Waarmede de maaier zijn hand niet vult, noch de garvenbinder zijn arm;
8 En die voorbijgaan, niet zeggen: De zegen des HEEREN zij bij u! Wij zegenen ulieden in den Naam des HEEREN.
Psalm 129
Vers 1
Men heeft mij fel benauwd van jongs af aan,
Zegg' Isrel nu: men juichte, toen wij vielen;
Men heeft mij reeds van jongs af leed gedaan;
Geen overmacht kon m' echter ooit vernielen.
Vers 2
Men heeft mijn rug door ploegers diep geploegd;
Die hebben wreed hun voren lang getogen,
En smart bij smart tot mijn verderf gevoegd,
Voor 't kermen doof, en wars van mededogen.
Vers 3
De HEER, die goed, doch ook rechtvaardig is,
Hieuw gunstig af der goddelozen touwen.
Dat smaad hen treff', en dat hun aanslag miss';
Drijf hen terug, die Sion rampen brouwen.
Vers 4
Maak hen gelijk aan 't lichtverdorrend gras,
Dat hier en ginds gezien wordt op de daken;
Dat, eer men 't plukt, alreê verwelkerd was,
Ontbloot van grond om wortels in te maken.
Vers 5
Maak z' als dat gras, waarmee de maaier nooit,
Wanneer hij gaart, de nijv're hand zal vullen;
Dat in den oogst geen garvenbinders ooit,
Bijéén gepakt, in d' armen dragen zullen.
Vers 6
Waarvan ook geen voorbijgaand wandelaar
Ooit zeggen zal: "God will' uw oogst vermeêren;
Dat 's HEEREN gunst zich met uw arbeid paar';
Wij zegenen u in den naam des HEEREN."
Psalm 129
vers 1
Van der jeugd aan hebben zij mij gekweld
Duizendmaal, dies spreekt Israël met zinnen:
Van der jeugd aan leverden zij mij 't veld,
Maar zij hebben mij niet kunnen verwinnen.
vers 2
Ik drage de merktekenen aan 't lijf,
Zodat ik gans doorploegd te wezen schijne
Op den rugge met voren diep en stijf;
Gans aan tweên is mijn arm vlees door deez' pijne.
vers 3
Maar God, Die alles rechtvaardiglijk doet,
Heeft der godd'lozen banden afgesneden;
Dat zij ter schande worden, die onvroed
Sion wensen 't verderf, angst met onvreden.
vers 4
Dat zulk mens als gras word' aan elken kant,
't Welk op muren en daken onbekwame
Groeit, 't welk haast verdroogt; daarom ook niemand
Arbeiden wil, opdat hij 't brenge zame.
vers 5
Men zag nooit dat enig maaier daarvan
Een handvol heeft gebracht, t' eniger tijden;
Veel min heeft daarvan iets gebracht die man,
Die schoven bindt op 't veld aan elke zijden.
vers 6
Zij allen, die daar wandelen voorbij,
Spreken niet; de zegeninge des Heeren
Zij over u, wij zegenen u vrij
In den Naam Gods, die verhoogd is in ere.